Minister Bellot stelt de twee werven rond drones voor.
Minister van Mobiliteit François Bellot is deze namiddag aanwezig bij de voorstelling van een kwaliteitslabel die door en voor de drone-sector wordt georganiseerd. Het correct informeren van de consumenten over de regels en het materiaal is het hoofddoel van het nieuwe label.
In april trad het Koninklijk Besluit over de drones in werking. De bedoeling van deze KB is altijd dubbel geweest: het garanderen van een stabiel ondernemingsklimaat voor ondernemers die in deze veelbelovende sector aan de slag willen gaan en het bereiken van een maximaal veiligheidsniveau.
“Het is dankzij een uitstekende interactie tussen mijn diensten en de sector dat een goed en efficiënt evenwicht werd gevonden tussen de pijlers ‘veiligheid’ en ‘ondernemen’. Ik wil alle stakeholders opnieuw danken voor deze samenwerking”, lichtte minister Bellot toe.
De Minister heeft altijd gezegd dat de bestaande drone-regelgeving geen eindpunt is en dat het regelgevend kader geëvalueerd wordt.
Concreet werden er samen met de drone-sector twee werven geïdentificeerd waarrond momenteel wordt gewerkt.
- Ten eerste wordt er momenteel door de bevoegde diensten in samenwerking met Belgocontrol en met Defensie onderzocht op welke manier en tegen welke voorwaarden de toegang tot gecontroleerde zones kan worden toegelaten. Deze denkoefening is tegelijk operationeel en juridisch van aard.
- Ten tweede heeft de minister aan het directoraat-generaal Luchtvaart gevraagd om na te denken over het creëren van een elektronische loket zodat de communicatie tussen de piloten en zijn administratie over bijvoorbeeld toelatingen sneller en efficiënter kan verlopen. Dit is van groot belang vermits zowel de ondernemingen als de administraties baat zullen hebben bij deze geplande administratieve vereenvoudiging.
Minister Bellot geeft prioriteit aan de vooruitgang op deze twee vlakken. “De drone-sector moet zich verder kunnen ontplooien. De veiligheid blijft daarbij de prioriteit. We hebben de laatste 8 maand hard gewerkt aan de praktische implementatie van de regelgeving. Het is normaal dat we nu naar de toekomst kijken en verder onderzoeken hoe we deze beloftevolle sector verder kunnen blijven steunen”.