De publicatie van het KB ter regeling van het privé gebruik en de commerciële exploitatie van drones komt eraan.
“Ik ben tevreden dat ik vandaag kan tegemoet komen aan de wens van onze tot in het buitenland erkende drones-sector om tot een regeling te komen voor het commercieel gebruik van drones. Zoals ik steeds heb herhaald zal België dus een wettelijk kader krijgen in 2015. Het KB is het resultaat van overleg met het DG Luchtvaart (DGLV) van de FOD Mobiliteit en Vervoer, met Landsverdediging en met de Privacycommissie. Het document omvat het privégebruik en verschillende aspecten inzake commerciële exploitatie van drones”.
De toegelaten activiteiten
Naast het privé gebruik (op privé domein, los van elk commercieel aspect en tot op een hoogte van 30 meter - wat ongeveer overeenkomt met een gebouw van 10 verdiepingen), worden de professionele activiteiten in twee afzonderlijke categorieën ingedeeld naargelang hun potentiële risicograad. De activiteiten die bepaalde goederen of personen in gevaar zouden kunnen brengen (bv. het overvliegen van een menigte) worden met een ‘hoog risico’ bestempeld en zullen het voorwerp uitmaken van een specifiek dossier dat geval per geval zal worden afgehandeld door DGLV. De overige activiteiten zullen mogelijk zijn via een algemene toelating opgesteld op grond van een operationeel handboek dat door het DGLV wordt goedgekeurd. Teneinde de eventuele verantwoordelijke van een ongeval terug te vinden zullen de professionele drones duidelijk worden ingeschreven en geïdentificeerd.
Vorming
Naast een medisch examen zal via het KB garandeert worden dat drones-piloten moeten aantonen dat zij een toereikende theoretische kennis hebben van de luchtvaartwereld. Teneinde de opleiding aan te passen aan het profiel van elke kandidaat worden door het KB niet langer minimale vereisten gesteld inzake training: enkel het finale resultaat telt aangezien de kandidaat-piloot een praktische test zal moeten afleggen met een examinator die door het DGLV wordt aangeduid. Ook zal aan de drones- piloot worden gevraagd om zijn bekwaamheid te onderhouden: om de geldigheid van zijn licentie te behouden zal hij immers minimum 2 uur per jaar (6 vluchten) moeten vliegen.
In welk luchtruim?
De internationale wetgeving beschouwt drones als luchtvaartuigen en drones moeten bijgevolg een aantal luchtvaartregels naleven. Zo zal de toegang tot een gecontroleerd luchtruim (onder meer rondom luchthavens) verboden zijn voor drones, behalve mits toelating. Voor wat betreft de militaire luchtruimen garandeert Landsverdediging een dynamisch beheer. Dit zal toelaten dat dit luchtruim kan gebruikt worden door drones wanneer deze niet geactiveerd zijn voor de militairen.
De toegelaten maximale hoogte is bepaald op 300 voet (ongeveer 90 meter, hetgeen overeenkomt met een gebouw van 30 verdiepingen). Het vastleggen van de limiet gaf aanleiding tot uitgebreide gedachtewisselingen, maar de bepaalde limiet garandeert de veiligheid van de bemande vluchten en biedt tegelijkertijd aan de drones de mogelijkheid om zowat 90 % van de in het vooruitzicht gestelde opdrachten uit te voeren. Bovendien blijft het altijd mogelijk om een afwijking aan te vragen voor speciale opdrachten.
Talloze innoverende toepassingen
De toepassingen die drones kunnen uitvoeren zijn gevarieerd en innoverend : toezicht, opsporing, beeldopname, thermische analyse, optimalisering in de landbouwsector of in de industrie, enzovoort. Onze Belgische specialisten zijn bekend en erkend in het buitenland en de Minister wenst deze belangrijke sector dan ook te steunen door vandaag de publicatieprocedure van deze wetgevende tekst te lanceren die het gebruik van activiteiten met drones in België toelaat.
Work in progress
“Ik ben mij ervan bewust dat de sector continu evolueert en dat België mee moet zijn met deze evolutie” onderstreept de Minister. Met dit KB vervoegt ons land de 19 andere Europese landen die al wetgeving over deze materie hebben. “Ik ga meteen een werkgroep oprichten met vertegenwoordigers van de administratie, van Belgocontrol, van Landsverdediging en van de sector” geeft de Minister daarom nog mee. De opdracht van deze werkgroep is het laten evolueren van de wetgeving en het garanderen van een goede samenwerking tussen alle gebruikers van het luchtruim.
Het ontwerp zal voor advies worden voorgelegd aan de Gewesten en daarna aan de Raad van State vooraleer het genotificeerd zal worden aan de Europese Commissie.