De ministers van Vervoer uit België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland vragen om een ambitieuze Europese sociale agenda in de luchtvaartsector
De Europese luchtvaartsector heeft de afgelopen jaren een indrukwekkende groei doorgemaakt. Tegelijk staat de sector ook voor grote uitdagingen, zoals de verzadiging van het luchtruim, een forse concurrentiedruk en oneerlijke concurrentiële praktijken vanwege bepaalde derde landen, en onopgeloste vragen inzake sociale rechten. De lopende discussies en de herhaaldelijke stakingen in vele lidstaten van de Europese Unie illustreren de huidige ontevredenheid van de werknemers uit die sector.
In de aanloop naar de luchtvaarttop die georganiseerd wordt door het Oostenrijks voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (en morgen 3 oktober in Wenen van start gaat) hebben de ministers van Vervoer uit België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland een gemeenschappelijke "Verklaring inzake een sociale agenda in de luchtvaartsector" ondertekend. De betrokken ministers namen dit initiatief om het belang van eerlijke werkomstandigheden voor de luchtvaartsector te benadrukken en om de nood aan een coherente toepassing van de bestaande nationale en Europese sociale rechten en sociale bescherming te onderstrepen.
Tevens vragen de zes lidstaten dat de Europese Commissie, overeenkomstig de luchtvaartstrategie uit 2015, verder werk maakt van concrete en doeltreffende maatregelen om de bestaande, niet opgeloste hoofdproblemen op te vangen. Vermits luchtvaart in wezen hoofdzakelijk een internationale bedrijsactiviteit is, is een coherente Europese aanpak - onder leiding van de Commissie - vereist om alle actoren uit de sector op gelijke voet te zetten met het oog op eerlijke concurrentie. In de huidige context van een nakend tekort aan internationale piloten en bemanningen zal de garantie van een "sociaal verantwoorde connectiviteit" op termijn iederen ten goede komen: werkgevers, werknemers en passagiers.
De Verklaring blijft openstaan zodat de overige lidstaten zich daarbij kunnen aansluiten en de nood aan een gedegen sociale agenda voor de luchtvaartsector in Europa kunnen promoten.